1948

De Transistron / Transistor



De Duits / Oostenrijkse fysicus Julius Edgar Lilienfeld (1881-1963)
beschreef het principe van de Field-Effect Transistor en melde hiervoor in 1925 ook een patent aan.

Hij mag dus als de uitvinder van de transistor worden beschouwd.

In totaal heeft hij drie patenten op de werking van de FET op zijn naam staan.

Verder heeft hij ook de Elektrolytische condensator uitgevonden, en dat al reeds in 1920.



De Duitsers Heinrich Welker en Herbert Matare melden onafhankelijk van elkaar in 1945 een patent aan voor de werking van een transistor.
In 1973 werden deze uiteindelijk erkend.

In 1946 treden de Welker en Matare in dienst van de Franse overheid met de opdracht om het France RADAR-systeem te verbeteren.
In 1947 ontwikkelen zij de productierijpe transistron die dan in 1948 onder de naam WestCrel in productie gaat.
Ongeveer tijdgelijk, namelijk 19 december ontwikkelden volgens Amerikaase bronnen, drie technici van de Bel Telephone Laboratory ook de transistor.
John Bardeel, Walter Brattain en William Shokly die later ook zijn naam zou geven aan de Shokly diode.

Opmerkelijk is het feit dat J. Bardeel en W. Shokly de Duitsers H. Matare en H. Welker in Parijs bezochten om te zien hoe de transistors in productie werden vervaardigd.
De Franse overheid kende echter te weinig betekenis aan de transistor toe en liet zo de verder ontwikkeling over aan de Amerikanen.
Barden Shokley Brattain De transistor kan als versterker worden ingezet, maar werkt ook als een elektronische schakelaar.
De eerste transistor Hij kan in hoge mate de werkzaamheden van de elektronenbuizen overnemen. De afmetingen van de transistor zijn een heel stuk kleiner dan die van een buis. Daar komt nog bij dat de transistor met veel minder stroom kan werken dan de buis.
Symbool van een  transistor Omdat er geen hoogspanning nodig is voor de werking van de transistor en er ook geen gloeispanning, is er ook veel minder warmte ontwikkeling. Een ander voordeel is de schokbestendigheid, en het lage uitvalspercentage.
Dit waren voordelen die de computerbouwers van toen graag gebruikten.

.
Transistoren